Toen ma 65 werd, is ze getrakteerd op een dagje uit. Bij die gelegenheid hield Huug een toespraak. Iedereen weet natuurlijk nog precies wat hij toen zei, en om dat te checken hierbij deel 1 van zijn toespraak.
,,Er moet van gemeentewege iets gedaan worden in het belang van de arbeiders.´´
Lieve ma,
Deze woorden zullen je ongetwijfeld als muziek in de oren klinken. Niet alleen omdat ze van een rooie rakker zijn, maar ook omdat ze werden uitgesproken door het SDAP-raadslid Witvliet, en wel op 22 augustus 1930.
Twaalf jaar was u toen. Een leeftijd waarop u toen nog inderdaad de knepen van de luier in je zitvlak had zitten. Als je tegenwoordig twaalf bent, dan vragen ze aan de huisarts of ´ie een lichtere pil heeft. Of de tijd soms is veranderd.
Maar daar gaat het niet over.
Vaak zei u tegen ons: je opa was het eerste SDAP-raadslid van Maassluis. Helaas, het is niet waar, zo leert het gemeentearchief van Maassluis ons. Het eerste SDAP-raadslid nam al in 1919 zitting in de raad.Opa Witvliet was raadslid van 16 oktober 1929 tot 31 juli 1931. Bijna twee jaar dus. Jan is het precies nagegaan. Voor de aardigheid is Jan ook maar eens gaan snuffelen in de verslagen van die raadsvergaderingen.
Vandaar het citaat waarmee ik begon. De volledige vraag van opa Witvliet luidde in dat verslag: ,,De heer Witvliet vraagt of er van gemeentewege iets gedaan zal worden in het belang van de arbeiders, die van de aannemer van de Zuidgeer-demping een gedeelte van hun loon niet ontvangen hebben, toen de aannemer het werkte staakte en de gemeente de verdere uitvoering onder haar beheer nam.´´
Einde citaat.
En dat gaat nog over mensen die indertijd werk hadden. Maar net als nu waren er ook toen mensen die van een uitkering moest rondkomen. Ook voor hen nam opa Witvliet het op in de gemeenteraad.
Het verslag meldt: ,,Dezelfde spreker (bedoeld wordt opa Witvliet) beveelt het vraagstuk van de werkloosheid en in verband daarmee eventuele steunverleening in de bijzondere aandacht van het College aan.´´
Spreker heeft zich laten vertellen dat Maassluis ten opzichte van andere gemeenten een pover figuur maakt ten aanzien van de steunverlening. Een gezin van man, vrouw en drie kinderen zou hier fl.5,- ontvangen hebben, wat spreker veel te weinig acht.´´
De burgemeester was toen Domisse. En ik kan u verzekeren dat hij bij tijd en wijle flink de kriebels kreeg van die lastige vragen van opa Witvliet. En terecht. Iemand moest toch voor de zwakkeren opkomen?
We mogen dus zonder overdrijving zeggen dat u uit een rood nest komt. Een nest aan de Sint Aagtenstraat nummer 9. Zeg maar Paardsebek.
Die straat, die liep van de Lijnstraat naar de Zuidvliet, is er niet meer. Op 28 juli 1918, het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, bent u daar geboren. Bijna 65 jaar geleden dus.
U was een lief kind, zo is ons verteld. Dat bleek bijvoorbeeld toen je jongere zus Alie al op jonge leeftijd last van haar nieren en plat moest liggen. Dat moest beneden in huis gebeuren. Dat was tenslotte het gezelligst voor haar. Alleen, beneden stond geen bed. En een bedstee verplaats je niet zo gemakkelijk.
Twee stoelen boden toen uitkomst. Ze werden naast elkaar in de kamer gezet, er kwam een kussen en een deken en tante Alie, toen nog een piepklein kindje (dat moet ook wel als je op twee stoelen kan liggen) ging er op. Drie maanden lang. En u, u zorgde voor haar.
Niet alleen thuis was u vroeg aan de slag. Ook buitenshuis moest je al snel gaan werken. Niks geen partiële leerplicht, brugklassen of wat dan ook. De handen moesten uit de mouwen.
Dus ging u aan de slag bij slager Van Gelderen, onderaan de Wip. Daar kwam ook pa Booister en die maakte een afspraakje met je. Zo ging het toen en zo gaat het nu nog. Nou weet ik dat opa Witvliet dat maar zo-zo vond. Zijn eerste dichter, zo vroeg trouwen?
Maar evengoed gebeurde dat. Met een trouwfeest in de Stationsstraat. De Stationsstraat waar wij, kinderen, altijd met onze schoolrapporten naartoe gingen om ze te laten zien. En dat gebeurde niet voor niets natuurlijk.
Goed, u trouwde dus. Met pa Booister. En ging wonen in de Esserstraat. Op nummer 20.
Na de Esserstraat volgde de Oranjestraat. Ook op nummer 20. Maar de meeste herinneringen gaan uit naar de Zuidvliet (ook nummer 20) en de straat daarachter, de Hoekerdwarsstraat.
Volgende keer deel 2.